Egypt: we are impressed!
Een droog- en regenseizoen zorgde in Egypte voor honger. Het water in de rivier de Nijl bulderde ongecontroleerd langs nederzettingen met overstromingen tot gevolg. Landbouw werd bemoeilijkt door tijden van droogte. (Met overstromingen kwam slib mee wat de grond juist vruchtbaar achterliet.) Te veel water maakte het ook lastig, wanneer je al je kleine plantjes ziet wegspoelen. Een oplossing werd gevonden in het reguleren van de watertoevoer van de rivier door het bouwen van een dam ten zuiden van Aswan. In 1902 was (zoals nu bekend als) de ‘Low dam’ af. Op dat moment de grootste gemetselde dam ter wereld en na zijn verhogingen wel 1,5 kilometer lang! Tot en met 1933 werden aan deze verhogingen tot 36 meter boven de rivierbedding gewerkt door de Egyptenaren (of eigenlijk meer onder leiding van de Engelsen, omdat zij het land van 1882 tot 1954 bezetten).
Low dam suggereert stiekem al dat er ook een High dam is opgetrokken. De USSR steunde dit grote project en na 10 jaar werk door 25.000 Egyptische engineers en arbeiders was de dam af. Het stuwmeer lake Nasser wat hierdoor ontstond, heeft een oppervlakte van 5240 km en zorgde ervoor dat meer dan 100.000 Nubiërs hun huis moesten verlaten. Met het vullen van dit waterreservoir liepen ook tempels onder water. Unesco startte een project om de cultuur en monumenten van Nubië te behouden. Zo werden de grote tempels van Abu Simbel, terwijl het water al in de tempel stond, in 1000 stukken 'geknipt' en verplaatst naar een plek 65 meter hoger. Deze tempel bezoeken we op onze derde dag in Aswan. Onze eerste ontmoeting met hiërogliefen en de grootheid van de tempels en bouwwerken in Egypte, indrukwekkend, prachtig!

Als je ongeorganiseerd op reis bent, gaat er veel tijd zitten in je activiteiten kiezen, voorbereiden en regelen. (En daarnaast moet je ook je slaapplekken nog op tijd reserveren, vervoer organiseren en natuurlijk voldoende gezond eten en drinken. Maar daar hebben we het nu niet over. 😉) Over Aswan hebben we gelezen dat het mooi is om ’s ochtend vroeg met een bootje over de Nijl te gaan. Dan ligt de rivier er nog spiegelglad bij en zijn vogels in hun element aan de oever. Ik app met de dame wiens nummer in onze reisgids staat over of ze deze activiteit nog doet en of ze eventueel morgenochtend zou kunnen. We informeren voor de zekerheid bij onze gastheer Abu wat hij vindt van $20 per persoon voor twee uur op het water met vogelgids. Hij schrikt er een beetje van en geeft aan dat hij voor de helft ook iemand kan regelen om te varen. Aangezien Abu een perfecte taxichauffeur (met perfecte auto) regelde voor Abu Simbel, wat nog zeker 3,5 uur de woestijn in rijden was (en dus ook nog 3,5 terug), vertrouwen we hem ook dit toe. De volgende ochtend glijden we vanaf 06.30 uur over het water. Wat een sereniteit. En inderdaad onze kapitein (hoewel hij niet echt de specialist is in vogels en tijdens de hele rit wellicht drie woorden Engels spreekt) houdt zich keurig aan de tijd, is heel relaxt, rookt niet en vaart zo rustig als het motortje aankan over de Nijl. Met mijn verrekijker en camera in de aanslag kijken we onze ogen uit.
Het is prachtig om de vogels over het water te zien vliegen en unreal om wakker te worden op het water.
Deze ochtend op de Nijl smaakt naar meer: onze zoektocht naar een meerdaagse zeiltocht naar het noorden zetten we door. Nadat we in een granietmijn de ‘unfinished obelisk’ hebben bekeken en nog twee nachtjes relaxen buiten de stad aan het water, wat overigens geweldig was, omdat we per boot naar een fantastisch restaurantje zijn geweest, mét uitzicht op de Philae tempel, terwijl onze boottaxichauffeur op ons wachtte (voor €2…. ongekend), stappen we op een Felucca, een traditionele zeilboot met een enkele mast van 25 meter hoog. Tarek en Ibrahim zijn onze gastheren, kapitein en matroos, koks, gidsen en gezelschap voor drie dagen en drie nachten. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat zijn de mannen voor ons in de weer. Voor ons, een italiaans stel en de 1e nacht nog vier anderen. We zitten op het dak in het zonnetje, af en toe bukkend voor het zeil, en chillen en slapen op de kussens op het dek. Mart is chef opladen alles van iedereen met zijn zonnepaneel en ook zijn hoofdlampje gebruiken het dynamisch duo met plezier tijdens het koken. We glijden door het landschap en vouwen onszelf 's avonds in een klamboetent voor 1 persoon om niet helemaal lekgeprikt te worden. Het is prachtig om de vogels over het water te zien vliegen en unreal om wakker te worden op het water. Helemaal de laatste nacht is spectaculair, wanneer we midden in een vertakking voor anker liggen. We bezoeken tijdens onze vaart nog twee andere tempels, aaien puppies op de oever, zien gemummificeerde krokodillen en nemen een duik in de Nijl. (Zeker nu, ruim een maand later, besef ik me en geniet ik enorm van wat we die dagen hebben mogen meemaken.) Samen met het Italiaanse stel rijden we naar Luxor, waar we een nachtje slapen en eigenlijk vooraf al besluiten om de volgende dag weer verder te gaan. (Als je als astmadame het gevoel hebt dat je per ademteug een heel paard binnenkrijgt, ben je het al snel weer zat. Dank Gerda voor de Nldse zakdoek! Die hielp zeker. 😃) Op naar de piramides!
Een nachtbus is niet onmogelijk, maar veel houdt het niet over, zeker deze niet. Waar ik eerder heb meegemaakt dat je rugleuning bijna helemaal plat kan, je een dekentje krijgt en een steun voor je kuiten uitklapbaar is, hebben we in deze bus net iets meer ruimte dan normaal: ons vervoer van Luxor naar Caïro. Voor Mart, en daardoor ook voor mij, was het een uitdaging om ontspanning, rust en wellicht zelfs slaap te vinden. Opgevouwen en liggend op Mart zn schoot, met oordopjes, een oogmasker en mijn hoofddoek opgevouwen achter mijn rug voor extra steun, heb ik gelukkig nog wel aardig kunnen slapen. Ja, we bespaarden hiermee ruim €30 per persoon en de vraag is of Mart in een nachttrein beter had kunnen slapen, maar het was weer zo’n reisdag die van ons beide vroeg om samen te werken, naar elkaar te luisteren en ons doorzettingsvermogen testte. Maar we komen veilig aan en wanneer na een kwartier in onze Uber (handig!) ineens een MEGA piramide verschijnt achter alle hoogbouw kan ik mn ogen niet geloven. We slapen in een hotel met een dakterras uitkijkend op de het terrein met negen (!) piramide(tje)s. Hier heb ik zo vaak plaatjes van gezien en van gedroomd. En nu ben ik er echt zelf, onvoorstelbaar.


Het bezoek aan de giganten is prachtig en nog indrukwekkender als je je kunt voorstellen dat ze aan de oever van (een zijtak van) de Nijl lagen. Alhoewel het contrast van deze bouwwerken, met daarachter de hoogbouw van Caïro ook heel bijzonder is. Voor de grootste piramide hebben we ook een toegangskaartje gekocht. Dit betekent dat we kruipend en bukkend uiteindelijk uitkomen bij de graftombe van de Pharao. Het is een megawarme ruimte van graniet, maar de ervaring is het ons zeker waard. Met de zacht ploffende kamelenvoeten onder ons bereiken na een paar uur weer de uitgang. Het complex van de piramides is zo groot, dat we dankbaar gebruik maken van deze bijzondere dieren en hun kracht. Een gorgelend geluid komt uit Atif zijn mond, waardoor zijn ‘huisdier’ gaat liggen en wij kunnen afstappen. Voordat we het terrein verlaten kopen we een klein piramidetje voor onszelf, ter herinnering aan deze mooie dag, 13 mei, de piramidedag, én de dag dat een jaar eerder de connectie tussen ons in een no-way-back-modus kwam. Op naar nog veel meer avonturen samen!
We lopen heen en weer op de boulevard en met ongeloof kijken we naar de bergen aan de overkant van het water, die behoren tot Saoedi Arabië.
Tja en terwijl we in een wereld zitten ver van huis begint Mart al steeds meer te denken aan zijn terugvlucht. Hoewel het nog een kleine twee weken is, is het iets waar we beide af en toe met ongeloof aan denken. Gelukkig vinden we in Dahab, aan de oostkust van Sinaï, een vakantieplek. Nadat we ons vervoer van het vliegveld van Sharm el sheikh met bluffen en verder lopen van €60 omlaag hebben gekregen naar €20, komen we aan in het dorpje. We vinden ons hotel en beginnen aan een kleine wandeling. We lopen langs het water en met ongeloof kijken we naar de bergen aan de overkant van het water, die toch echt behoren tot Saoedi Arabië. Acht kilometer zit er maar tussen de beide landschappen. We gaan zitten op een muurtje en voelen beide dat we in een hele andere sfeer terecht zijn gekomen. Er is hier geen drukke weg met constant toeterende auto’s, we kunnen in een menukaart kijken zonder dat iemand ons aanspreekt, fietsers rijden over de boulevard en overal zien we bolderkarren met duikuitrustingen gevolgd door bijbehorende mensen in wetsuits. In diverse restaurantjes zitten mensen met hun laptop te werken en zelfs andere toeristen lijken hier niet echt rond te kijken, maar zich meer te bewegen naar hun doel. Van de documentaire ‘The deepest breath’ weet ik dat Dahab een (free)dive-paradijs is, ik vertel Mart erover en het is precies wat we hier voelen. We zijn tussen gepassioneerde mensen beland, die hier hun sport komen beoefenen, waaronder ook wind- en kitesurfen. ‘Dan moeten we zelf ook maar aan de slag.’ besluiten we en ik ben er van overtuigd dat we hier een duikschool vinden die bij Mart past.

De magie van Dahab kreeg ons ook te pakken en we verlengen ons verblijf tot vier keer toe. 😅 Mart moet aan de bak met de theorie voor zijn duikdiploma en meldt zich daarnaast elke ochtend rond 09.30 uur bij bij Eïd, zijn altijd goedgemutste, lachende privé instructeur, en loopt inmiddels zelf achter zo'n bolderkar in wetsuit om zíjn programma te vervolgen. We gaan voor het eerst een dag uit elkaar, aangezien ik bij een andere duikschool meega op trip. Op één of andere manier vinden we het beide erg spannend, maar wat een verrassing als bij terugkomst Mart bij mijn duikschool zit te wachten met snacks en ‘een blikje suiker’. Het is wat elkaar terugvinden zonder een idee van eindtijd en internet.🙈 Verder eten we meerdere malen heerlijk indiaas, we halen (wederom heerlijk) thais eten voor op ons geïmproviseerde dakterras, door zelf de stoelen en een tafeltje naar boven te lopen, ik heb mijn lievelings thee gevonden aan de overkant en maak vlak voor vertrek een selfie met de man die zo trots is dat ik elke keer zijn thee kom halen. Een traan loopt over mijn wang als we na vijf dagen ineens een prachtig cafeetje vinden om de hoek om te ontbijten, waar je de rust kunt voelen, met haar witte interieur en rake teksten op de muur. We huren zelf ook een fiets, meerdere keren gaan we langs de juicebar op de hoek waar je vers sap van elke vrucht kunt bestellen die je maar wilt, we zwemmen in de lagoon waar het water wederom meer dan blauw is, we rijden quad door de woenstijn met z'n tweeën + gids (voor de groepen van 40 die er ook zijn uit, yes!), aan de overkant van ons hotel halen we heerlijke broodjes verse falafel met salade, geroosterde aubergine of chips en saus voor €0,20..... We genieten op en top. Wat een plek, Dahab. En dat terwijl Mart zijn terugvlucht onstopbaar dichterbij kruipt.
Moustafa, de leuke ober die we leerden kennen, zorgt voor een tafeltje in zijn wijk en komt me water en extra servetjes brengen, voor de tranen.
De laatste drie nachten zijn we in een all inclusive hotel vlakbij het vliegveld. Het is enorm wennen en omschakelen, maar geen eten en drinken te hoeven regelen, voor het eerst samen in een zwembad plonsen en echt een fatsoenlijk tweepersoonsbed maken het tot een goede keuze! En dan vliegt Mart dus terug, dat was brullen zoals ik al zei. Moustafa, de leuke ober die we leerden kennen, zorgt bij mijn ontbijt voor een tafeltje in zijn 'wijk' en komt me water en extra servetjes brengen, voor de tranen. Pfoe, wat ga ik mijn beste en liefste vriend missen!
